90 gr suiker
1/2 tl kaneel
1 el citroensap
1 kg goudreinetten
|
Vul een schaal met water en roer er het citroensap door.
Snijd de appels in vieren, snijd het klokhuis eruit en schil dan de schil eraf (zelf laat ik de schil altijd zitten, want je hebt er voor betaald en het smaakt ook nog eens heel lekker). Snijd de appels in stukjes.
Doe de appelstukjes meteen in de schaal met citroenwater, anders worden ze bruin. Giet de appels af door een vergiet en doe de natte stukjes in een pan. Het is niet erg als de appels nog nat zijn, een beetje water is juist nodig. Doe de suiker en kaneel erbij en schep alles goed om.
Zet het vuur hoog, wacht tot je gepruttel ziet en zet dan het vuur laag.
Leg de deksel ietsje schuin op de pan zodat het niet helemaal dicht is. Kijk na een kwartier: zijn de stukjes appel helemaal zacht? Zo niet, nog 5-10 minuten langer. Als je nog stukjes appel ziet, heet het appelcompote. Als je het even met de pureestamper stampt, wordt het appelmoes.
Gooi de klokhuizen niet weg! Denk eens aan onze gevleugelde vriendjes buiten die het heel graag van je wil hebben. Ze zullen je dankbaar zijn.
Appelmoes maak je nooit te veel. Hou je toch appelmoes over. Vries het dan in, dat gaat heel goed.
Als je het gaat ontdooien, doe het dan niet in de magnetron, maar haal het een dag van te voren uit de vriezer en laat het langzaam ontdooien.
|