Waneer eet je soep?
Soep is er voor drie momenten:
Bij het middagmaal
Een dunne soep is er als een voorgerecht.
Bij het hoofdgerecht
Een wat dikkere en voedzame soep.
Tussendoortje
Dit kan een dunne of een dikke soep zijn, maar ook wordt er in plaats van soep een kop bouillon gegeven. Bouillon heeft een eetlust-opwekken-de werking en helpt mee aan een goede spijsvertering, omdat het de afscheiding van spijsverteringssappen bevordert. De voedingswaarde van bouillon is echter gering.

Ingredienten.
Een soep bestaat uit de volgende bestanddelen:
Vloeistof
Dat is meestal een vleesbouillon, bouillon in de vorm van (blokjes, tabletten, korrels, pasta of poeder, visbouillon of groentenat.
Bindmiddel
Om de soep wat dikker te maken kan je rijst, vermicelli, macaroni, bloem, rijstebloem, peulvruchten of aardappelen gebruiken.
Toevoegsels
Om het allemaal lekkerder te maken en meer kleur te geven kan je kruiden, specerijen, citroensap, wijn, melk, room, eidooier, aroma, bruin van jus, Worcestershire saus of soja gebruiken.
Vulsels
Om soep vullend te maken gebruik je bijvoorbeeld gehaktballetjes, stukjes vlees, stukjes vis, champignons en/of stukjes groente.

Hoeveel moet je gebruiken en hoeveel heb je nodig
De hoeveelheid bindmiddel die je moet gebruiken per persoon is afhankelijk van het soort bindmiddel en de soort soep.

Bouillon
Bouillon heb je in blokjes, tabletten, korrels, pasta of poeder.
Los 3 a 4 blokjes of 2 tabletten of de aangegeven hoeveelheid korrels of pasta of poeder op 1 liter kokend water.
Bindmiddelen
Bindmiddelen zijn er om de soep dikker en voller te maken. Je gebruikt daar onder andere vermicelli, rijst en macaroni voor.
Werkwijze:
Breng de vloeistof aan de kook. Voeg de gebroken vermicelli, rijst of macaroni toe en laat deze tegen de kook aan in 10 a 20 min. gaar worden.
Ook bloem of rijstebloem zijn daar goede middelen voor. Het binden met bloem kan op verschillende manieren gebeuren:
A. Aangemengde bloem
Werkwijze:
Breng de vloeistof aan de kook en voeg eventueel een klontje boter toe. Meng de bloem aan met koud water tot een glad papje en giet dit onder goed roeren bij de kokende vloeistof. Laat het geheel nog 5 min. doorkoken. Wel blijven roeren.
B. Aangemengde gebruineerde bloem.
Werkwijze:
Laat de bloem in een droge pan onder goed roeren licht bruin worden. Zeef de bloem en meng ze aan met koud water tot een glad papje. Breng de vloeistof aan de kook en giet het bloempapje onder goed roeren hierin. Laat de soep nog 5 min. doorkoken. Regelmatig roeren.
C. Lichte roux.
Werkwijze:
Smelt de boter, voeg de bloem toe en roer dit door elkaar. Voeg nu ineens voor elke 10 gr bloem 50 ml. vocht toe. Breng de massa roerende aan de kook en giet nu nog steeds roerende, de rest van het vocht erbij. Laat de soep ± 3 min. doorkoken. Regelmatig roeren.
D. Bruine roux.
Werkwijze:
Smelt de boter, voeg de bloem toe en roer dit door elkaar. Laat, voordat men het vocht toevoegt, de bloem onder goed roeren bruin worden. Voeg daarna ineens voor elke 10 g bloem 50 ml. vocht toe. Breng de massa roerende aan de kook en giet nu, nog steeds roerende, de rest van het vocht erbij. Laat de soep ongeveer 3 min. doorkoken. Regelmatig roeren.